Freelancers gebaat bij verlaagde belasting van bijna 14 procent ipv 27 procent op dividend maar krijgen het niet zo maar
Bijna de helft van je belastingen op dividenden niet moeten betalen. Volgens   fiscalist Luk Janssens    is deze maatregel vooral voor freelancers met een vennootschap bijzonder interessant.

In het kader van de tax shift zal de roerende voorheffing op dividenden weldra verhoogd worden van 25 procent  naar 27 procent. Door het aanleggen van een liquidatiereserve kun je  die belastingdruk echter tot ongeveer de helft verminderen. Meer nog, je kunt dit systeem alsnog uitbreiden naar de winst van aanslagjaar 2013 en 2014 middels de bijzondere liquidatiereserve. Daartoe moet je als freelancer wel in actie komen voor 30 november 2015! Het betreft immers een eenmalige mogelijkheid.

Ter herinnering.
Met ingang van 1 oktober 2014 verhoogde de Regering Di Rupo de roerende voorheffing (RV) over de liquidatieboni van 10 procent naar 25 procent. Voor de bestaande reserves werd gelukkig in een overgangsregeling voorzien: deze mochten als dividend uitgekeerd worden tegen betaling van 10 procent RV, waarna het nettobedrag in kapitaal geïncorporeerd werd (en dus later belastingvrij kan uitgekeerd worden). 

In de meeste gevallen betrof het de belaste reserves tot en met aanslagjaar 2012 (veelal boekjaar 31/12/2011). De regering Michel heeft een permanent karakter gegeven aan dit systeem dat bekend staat als de liquidatiereserve en dat van toepassing is sinds aanslagjaar 2015 (er zijn wel enkele verschillen tussen beide systemen). 

Dit betekende echter dat de winsten over aanslagjaren 2013 en 2014 uit de boot vielen. Met de invoering van de bijzondere liquidatiereserve hebben bedrijven eenmalig de kans om alsnog een liquidatiereserve aan te leggen voor die jaren.

Nut van de liquidatiereserve.
Door nu de afzonderlijke heffing van 10 procent te betalen op het niveau van de vennootschap, is bij latere vereffening geen RV meer ten laste van de aandeelhouder. 
Bij een gewone dividenduitkering (vóór de vereffening) is daarentegen nog 5 procent  RV verschuldigd. Om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief van 5 procent RV, moet men wel een wachttermijn respecteren van 5 jaar. Zo niet, dan bedraagt de RV alsnog 15 procent.
 
Opgelet, die wachttermijn geldt enkel voor gewone dividenden en niet wanneer u vereffent. Uit de berekeningswijze van de liquidatiereserve en het feit dat deze wordt gedragen door de vennootschap (en niet door de aandeelhouder), volgt dat de werkelijke belastingdruk op een dividend (mits een wachttermijn van 5 jaar) slechts 13,64 procent bedraagt in plaats van 25 procent (weldra 27 procent). 

Door gebruik te maken van de liquidatiereserve, kan men de belastingdruk op een dividend dus met de helft verminderen. Helemaal interessant wordt het wanneer je binnen enkele jaren vereffent.


Waarom is de liquidatiereserve voor freelancers zo interessant.
In praktijk is de liquidatiereserve zeker het overwegen waard voor freelancers, aangezien hun ondernemingsrisico relatief gering is en zij overtollige liquiditeiten doorgaans niet investeren in hun vennootschap. Dit geldt des te meer wanneer het gaat om vennootschappen die opgericht zijn voor  1 juli 2013 en die derhalve niet in aanmerking komen voor de verlaagde RV op dividenden (15 procent in plaats van 25 procent; bekend als het stelsel VVPR-bis).

Actie
Wens je zelf gebruik te maken van de bijzondere liquidatiereserve over aanslagjaar 2013, dan moet je wel voor 30 november 2015 een bijzondere aangifte indienen alsook de bijzondere heffing van 10 procent betalen. Voor aanslagjaar 2014 heeft u nog tijd tot 30 november 2016, maar op zich is het best efficient om deze nu meteen mee in de regeling te betrekken, temeer daar ook de wachttermijn met een jaar wordt verkort.

Fiscale vragen of hulp nodig?
Heb je vragen over de liquidatiereserve of fiscaliteit voor freelancers en vennootschappen in het algemeen, neem dan gerust contact op met  Luk Janssens van Actase bvba – Steenovenbos 2 – 2640 Mortsel – gsm: 0474 03 60 65 - luk.janssens@actase.be -   Actase.be  en Linkedin fiscalist Luk Janssens  .